GRG-verklaring over vaststelling MKN voor glyfosaat
Op 26 oktober 2022 publiceerde de Commissie een juridisch voorstel voor de herziening van de lijst van verontreinigende stoffen in grondwater en oppervlaktewater, waarbij ook drempelwaarden voor glyfosaat in oppervlaktewater werden vastgesteld.
Ondertussen loopt het proces voor de herziening van de milieukwaliteitsnormen (MKN) voor glyfosaat nog steeds, zoals bepaald in de Kaderrichtlijn Water (KRW; 2000/60/EG).
De MKN voor glyfosaat is na een mandaat van de Commissie beoordeeld door het Wetenschappelijk Comité voor gezondheid, milieu en opkomende risico’s (SCHEER). Het SCHEER publiceerde zijn voorlopig advies op 30 september 2022, waarna de GRG zijn opmerkingen indiende, die via deze link kunnen worden gedownload.
Het definitieve advies, dat de basis zou vormen voor het voorstel van de Commissie, is nog niet gepubliceerd door het SCHEER.
De publicatie van het voorstel tot herziening van de lijst van verontreinigende stoffen in grondwater en oppervlaktewater en de vaststelling van drempelwaarden voor glyfosaat terwijl het proces voor de herziening van de MKN voor glyfosaat nog loopt, wordt door de Glyphosate Renewal Group (GRG) als procedureel gebrekkig beschouwd.
Voorts stelt de Commissie twee extra waarden voor glyfosaat van i) 0,1 µg/l “voor zoet water dat wordt gebruikt voor de winning en bereiding van drinkwater” en ii) 86,7 µg/l “voor zoet water dat niet wordt gebruikt voor de winning en bereiding van drinkwater”.
De waarde van 0,1 µg/l in oppervlaktewater is uniek voor glyfosaat en het eerste geval in zijn soort.
Het punt waar aan de parametervoorwaarden moet worden voldaan (het punt waarop een drempel van 0,1 µg/l voor zoet water van toepassing is) wordt in de EU-drinkwaterrichtlijn ((EU) 2020/2184, art. 6) gedefinieerd als het punt waar het water uit de kraan van de consument komt.
Niet alleen ontbreekt het deze voorgestelde waarde aan de noodzakelijke wetenschappelijke basis en het in het kader van de KRW vastgestelde punt waar aan de parametervoorwaarden moet worden voldaan, maar ze negeert ook de bewezen hoge verwijderingsefficiëntie van glyfosaat tijdens de standaard Europese waterbehandeling door ze toe te passen op onbehandeld water waarvoor MKN zijn vastgesteld.
Als zodanig vindt de GRG dat de drempelwaarde van 0,1 µg/l moet worden geschrapt uit lijn 60 van de MKN-tabel voor glyfosaat. De vaststelling van een KNdw,hh voor glyfosaat schept een onnodig precedent voor prioritaire stoffen, wat zal leiden tot dubbelzinnigheid en extra kosten voor het waterbeheer in de lidstaten (LS).
Wanneer LS geen drinkwater uit oppervlaktewater onttrekken, is een *KNdw,hh voor glyfosaat helemaal niet vereist. Als er wel onttrekking van oppervlaktewater voor de productie van drinkwater plaatsvindt, moet een waterbehandelingsfactor worden toegepast op de afleiding van KNdw,hh.
Voor glyfosaat kan dit worden vastgesteld op **10,0 µg/l, gezien de zeer hoge efficiëntie van de toegepaste behandelingsmethoden, en aangezien het voor LS toegestaan is om de behandelingsfactor te verminderen naargelang de plaatselijke omstandigheden van hun waterzuiveringsinstallaties.
De zeer hoge naleving van reële drinkwatermonitoringgegevens suggereert sterk dat het niet nodig is om een KNdw,hh voor glyfosaat vast te stellen voor de onttrekking van oppervlaktewater voor de productie van drinkwater. Er bestaat een groot risico dat deze nieuwe vereiste de werklast en kosten voor het waterbeheer in LS onnodig zou verhogen, zonder dat dit de consument of het milieu ten goede komt.
*Er wordt door de EU COM een specifieke drempelwaarde KNdw,hh voorgesteld voor zoet oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor de onttrekking en bereiding van drinkwater.
**Deze waarde van 10,0 µg/l voor glyfosaat in oppervlaktewater is gebaseerd op een behandelingsefficiëntie van 99% (voor chemische methoden zoals chlorering). De naleving van 10,0 µg/l op het punt van drinkwateronttrekking zou dus toelaten om de drempel van 0,1 µg/l in afgewerkt kraanwater zoals gedefinieerd in de EU-drinkwaterrichtlijn na te leven.