In de EU wordt glyfosaat voornamelijk toegepast om onkruid te bestrijden vóór gewassen worden geplant of verschijnen – het wordt niet toegepast tijdens de bloei van gewassen wanneer bijen bestuiven. Evenmin wordt het gewoonlijk gebruikt om bloeiend onkruid te bestrijden.
Glyfosaat werkt door de groene bladeren van onkruid te doordringen. Daarom moet het alleen gericht worden gespoten op het te bestrijden onkruid.

Deze praktijken bieden mogelijkheden om de toegepaste hoeveelheden glyfosaat voortdurend te verminderen door het onkruid in kaart te brengen en producten op basis van glyfosaat alleen te sproeien op die delen van het veld of de boomgaard waar het nodig is om ongewenste vegetatie te bestrijden.

Als gevolg van deze praktijken is de blootstelling van honingbijenkolonies aan glyfosaatresiduen in nectar en pollen meestal beperkt, en worden aanzienlijke glyfosaatresiduen zelden aangetroffen in honing.
Om deze residuen te monitoren, worden MRL’s* vastgelegd voor glyfosaatresiduen in honing (zoals het geval is voor elk actief bestanddeel en elk type voedsel) om ervoor te zorgen dat het correct wordt toegepast en om de veiligheid voor de menselijke gezondheid en het milieu te waarborgen.

Vóór de inwerkingtreding van de richtsnoeren van DG SANTE (Europese Commissie) met betrekking tot het vastleggen van MRL’s voor honing (d.w.z. vóór 1 januari 2020) is op basis van specifieke experimentele gegevens een MRL voor honing vastgelegd, slechts voor enkele werkzame stoffen van gewasbeschermingsproducten. Voor andere stoffen (waaronder glyfosaat) werden MRL’s vastgelegd op 0,05 mg/kg, als een pragmatische maar conservatieve MRL.

Op basis van de nieuwe richtsnoeren van DG SANTE voor het vastleggen van MRL’s voor honing werd echter een studie met glyfosaat uitgevoerd die voldoet aan de richtsnoeren. De studie en de officiële monitoringgegevens van glyfosaat in honing werden aan de regelgevende instanties voorgelegd in het kader van het dossier voor de verlenging van glyfosaat, zodat een realistischere MRL voor honing kan worden vastgelegd.

In voorgaande jaren werden slechts in sommige gevallen glyfosaatresiduen in honing boven de standaard-MRL van 0,05 mg/kg gevonden (~ 3% van de onderzochte monsters). In alle gevallen waarin residuen de MRL overschreden, lagen ze meer dan een grootorde onder de concentraties die als een risico voor de gezondheid van de consument kunnen worden beschouwd. Ook waren in honing aangetroffen glyfosaatresiduen niet schadelijk voor de gezondheid van honingbijenkolonies.

* De maximale residulimiet (MRL) is de hoogste concentratie pesticidenresidu die wettelijk is toegestaan in of op levensmiddelen of diervoeders.